Schaakcombinaties in evenwicht

[White "Gerben van Leeuwen (1888)"]
[Black "Maarten Stolte (2037)"]
[Result "0-1"]
[FEN "r1b2rk1/pppp1pp1/5q1p/3Pp3/3nP3/2P2N2/P1P1BPPP/R2Q1RK1 b - - 0 10"]
10....Nxe2+ {Zwart heeft sowieso een goede loper en hij kiest dus bewust om tegen het paard te spelen. In de andere variant moet zwart oppassen dat de goede loper niet meteen weg geruild wordt.} (10... Nxf3+ 11. Bxf3 d6 12. Bg4) 11. Qxe2 d6 12. Rab1 b6 13. Qc4 Qe7 14. Ne1 a5 15. Nd3 Ba6 16. Qa4 {De zwarte pionstructuur op de damevleugel is zeer lastig te bespelen. Zwart heeft kansen op de koningsvleugel.} f5 17. exf5 (17. f4 {Deze zet leek in de analyse achteraf nog tegenspel te geven. Mijn computer vond thuis toch een sterke variant voor zwart, die ik zelf niet had kunnen verzinnen} Qe8 18. Qxe8 Raxe8 19. fxe5 fxe4 20. Rxf8+ Rxf8 21. Nb2 dxe5 22. Re1 e3 23. Nd1 e2 24. Ne3 Rf4 25. c4 Bxc4 26. Nxc4 Rxc4 27. Rxe2 Kf7 {en dit eindspel moet te winnen zijn voor zwart}) 17... Rxf5 18. Rfe1 Raf8 19. f3 {wit wil met Pf2 en Pe4 een enigszins houdbare positie creëren, maar hij komt er niet aan toe} Qg5 {dreigt Txf3} 20. Kh1 Qd2 21. Rbd1 {probeert actief te spelen, maar beter was} (21. c4 Rg5 22. Rg1 Qc3 {hoewel zwart dan ook met pionwinst in een goede stand komt}) 21... Qxc3 22. Nf2 {? ik had een paar zetten eerder al gezien dat hier geramkraakt kon worden} (22. Re4 {was de beste verdediging, waarna zwart waarschijnlijk afwikkelt naar een eindspel met zware stukken en een pion meer, naast een betere structuur} Bxd3 23. cxd3) 22... Rxf3 {!} 23. gxf3 Qxf3+ 24. Kg1 Qxf2+ 25. Kh1 {en hier dacht ik een tijdje na of 25. .. Le2 misschien beter was dan mijn gepland Df3+ en Tf4. En ik trok de verkeerde conclusie! Gelukkig winnen beide varianten.} Qf3+ (25...Be2 {!} 26. Rxe2 Qxe2 {ik zag gewoon niet hoe goed deze stelling voor zwart eigenlijk is - wit gaat hartstikke mat} 27. c3 (27. Rg1 Qf3+ 28. Rg2 Qd1+ 29. Rg1 Qxd5+ 30. Qe4 Qxe4+ 31. Rg2 Rf1#) 27... Rf1+ 28. Rxf1 Qxf1#) 26. Kg1 Rf4 
{en wit gaf het op met het oog op} 27. Qxf4 Qxf4 {en de witte torens zijn hier volstrekt kansloos tegen de dame en de loper} 28. Kg2 e4 *

Aan bord 4 speelde Alex (als vervanger van Eduard van Dijk) tegen de sterke Henk van Putten, de nieuwste aanwinst bij de Westlanders. Of Alex zijn tegenstander kende weet ik niet, maar het is eigenlijk altijd goed om je op het bord te richten en niet op de elo van de tegenstander. Alex overleefde de aanval van wit en kwam een gezonde pion voor. Hier moest toch wel een halfje uit kunnen rollen nam ik in mijn berekeningen mee. In een poging om er meer uit te halen liet Alex echter een stuk in een penning lopen. Een fikse tegenvaller voor het team, maar bovenal voor Alex die tot zijn fout erg sterk speelde.

Sander gebruikte zeeën van tijd om de openingsproblemen op te lossen. Toen de stelling in wat rustiger vaarwater leek te komen mocht Sander remise aanbieden, maar de tegenstander moest doorspelen. Iets later waren de rollen omgedraaid en moest Sander doorspelen gezien de ontwikkelingen op de andere borden. Tot zover ook de invloed van de teamleiders. De partij eindigde in remise door zetherhaling.

Peter had met wit het initiatief, maar zijn plannen kwamen niet uit de verf en de ingeleverde centrumpion, waarvan ik toen nog aan nam dat het een bewust offer was, zag Peter niet meer terug. Inmiddels speelde de klok ook een belangrijke rol en toen zijn aanval niet door liep, moest meer materiaal worden ingeleverd.

In William’s partij ogenschijnlijk geen grote hoogte en dieptepunten. Gezien het verloop op het scorebord hoopte ik hier op het volle punt voor onze man, maar dat was tegen beter weten in. In het toreneindspel werd de aangeboden remise aangenomen.

Hans was iets te laat aan zijn partij begonnen. Met OV naar het Westland is ook geen aanrader. Na een remiseaanbod kwam Hans naar mij om te overleggen, hoewel hij bij het opstaan al uitstraalde dat hij door wilde spelen. Toen ik weer bij de partij ging kijken leek het ook wel het proberen waard gezien, maar plots ging er een stuk af met schaak! Totaal over het hoofd gezien in de berekeningen richting vijandelijke koning die op de tocht stond. Hans ging vrolijk verder alsof er niks aan de hand was en de tegenstander werd steeds zenuwachtiger. Van ellende bood hij maar remise aan, voor zijn team waarschijnlijk voldoende. Hans sloeg dit af en ging met dame en paard de koning te lijf in de hoek. Loopt dit nog zelfs mat? Nee, helaas, het bleef bij eeuwig schaak.

Het slotakkoord moest nu komen van Jan Willem. Met een 4-3 achterstand fluisterde ik hem in dat hij in het belang van het team voor de winst moest gaan. En dat terwijl hij de hele avond in de verdediging was gedrukt, een pion achter stond (en thuis de engine het voordeel aan wit geeft) en een snelle blik mij leerde dat remise of verlies ook serieus tot de mogelijkheden behoorden. Maar JW vertrouwde op wit’s slechte loper en ik vertrouwde op mijn beurt op JW. Op basis van zijn input kunt u het einde van de partij naspelen.

[White "Andre Duijvesteijn (1712)"]
[Black "Jan Willem Le Grand (1840)"]
[Result "0-1"]
[FEN "1r6/2nk3p/nR4p1/PpPp1p2/3Pp3/2B1P2P/3N1PP1/6K1 b - - 0 38"]
38....Kc8 39.Nb3 Ra8 40.f3 Nb8 41.Be1 Nd7 42.Rc6 Ra6 43.Rxa6 Nxa6 44.Bg3 Kb7 45.Bf4 Nf8 46.Kh2 Ne6 {Wit lijkt echter al niet veel meer te kunnen, nu kan ook wit's koning er niet meer langs en kan zwart de pion op a5 ophalen met het paard via b4 en c6} 47.Kg3 Nb4 48.Kh4 {?? Een aardig alternatief voor wit is slaan op e4 of de loper naar h6 spelen. Op andere zetten slaat zwart ook de loper.} Nxf4 49.exf4 e3 50.Nc1 Nc2 51.Ne2 b4 52.g4 b3 53.Kg3 b2 54.Nc3 e2

Voor de tweede keer op rij op 4-3 achter gekomen en er gelukkig nog een gelijk spel uit gesleept. Ongeslagen, maar wel met twee verliespunten, staan we nog bovenaan. Er moet nu twee keer gewonnen worden: tegen Rijswijk 2 (op 17 maart thuis) en tegen Botwinnik 1 (op 6 april in de centrale ronde in Zoetermeer).