Het eerste team in zwaar weer...

Dit is één van de eerste clichés over degradatie, dat mij te binnen schiet na de verloren wedstrijd tegen Caïssa 4. De eerste donderwolk kwam ik al tegen toen ik Maarten bij aankomst tegenkwam aan de bar. Hij was snipverkouden en vertelde mij dat hij zich tijdens de partij aan een strikt dieet van paracetamol zou houden. Paracetamol staat toch niet de dopinglijst? Het kon zijn dat winnen er niet helemaal inzat vandaag...

Hierna klaarde het iets op, toen het team van Caïssa binnenkwam. Allemaal oude routiniers, van wie ik de meeste nog wel kende van mijn Amsterdamse schaakjaren. Roel van Duyn bevond zich ook onder hen. De oud-provo begon á la Voskuil uit te wijden over zijn Haagse jeugd in de Vruchtenbuurt en vertelde mij ook nog dat mijn naam “kabouter” betekent in Scandinavische talen. Dat sprak hem natuurlijk aan.

De wedstrijd begon voortvarend. Kabouter Roel van Duyn mocht het opnemen tegen reus Hans Segers. Geen David en Goliath vandaag, Hans won de partij met krachtige zetten.

Melchiors stelling vervlakte spoedig en remise was de uitkomst. Hierna werd ik volledig in beslag genomen door mijn eigen partij. In een Tartakower-stelling, die ik van de zomer ook al eens op het bord had gehad, leek alles te vervlakken. Ik meende echter een zet te moeten doen, die er enig leven inbracht en weldra rezen er allerlei tactische complicaties in een eindspel met ieder twee torens en een verschillend licht stuk. Ik zag cumuliwolken zich ontwikkelen tot zware donderfabrieken en vreesde het niet droog te houden. Mijn tegenstander miste gelukkig de scherpste voortzetting en toen maakte ik als teamleider een fout. Met slechts enkele minuten op de klok meende ik een tegenstander in de zaal horen zeggen dat  "ze er beroerd voorstonden". Onmiddellijk bood ik remise aan en mijn tegenstander accepteerde dat. De tegenstander was echter onze voorzitter die als toeschouwer was binnengekomen. Wij stonden er dus beroerd voor. Ik troost mijzelf met de gedachte dat de stelling in de analyse ook zeer remiseachtig bleek te zijn. Het was met mijn stelling bijna niet mogelijk te winnen.

Het noodweer had ondertussen flink toegeslagen: Invaller Jan Willem verloren, Ton een stelling verprutst en Stijn ook aan het kortste eind getrokken. Sander was nog bezig, maar dat werd na nog een uur ploeteren remise. De stand was hiermee 3 – 5 in het nadeel van SHTV.

We moeten zeker nog twee wedstrijden winnen om aan degradatie te ontsnappen. Er schiet mij nog een stichtelijke wandtegelspreuk over zwaar weer op het water te binnen. Deze spreuk hing lang geleden aan de muur in het huis van mijn Friese Pake en Beppe:

“God heeft ons geen rustige overtocht beloofd, maar wel een behouden aankomst”. Laten we in dit zware weer dit maar tot ons mantra maken, zij het dat we het wel zelf moeten doen en waarschijnlijk niet op hulp van boven hoeven te rekenen.